Logs, logs en logs
Loghuizen: ronde logs, gelamineerde logs, hoekverbindingen, …
Een loghuis is een loghuis is een loghuis. Nee, niet dus. Loghuizen zijn er in soorten en maten, in allerlei varianten. In dit artikel beschrijven we een paar kenmerken.
Gelamineerd of massief
Eén van de belangrijkste kenmerken is: gelamineerd, of massief. Lamineren is het proces waarbij we een log in de lengterichting in stroken zagen van vier centimeter dik, de stroken drogen, en tenslotte weer aan elkaar lijmen. Maar waarom zou je een log in stroken zagen om het vervolgens weer aan elkaar te lijmen? Dat wil je omdat:
-
een vier-centimeter strip binnen twee dagen gedroogd is, terwijl het drogen van een dertig-centimeter massieve log twee weken duurt. Met andere woorden, voor gelamineerde logs heb je veel minder ovencapaciteit en energie nodig.
-
gelamineerd hout kun je maken in elke afmeting. Heb je aan balk nodig van 20 meter, 30x40 centimeter? Of een gebogen balk om het dak van een stadion te ondersteunen? Allemaal geen probleem met gelamineerd hout.
-
geen zin in scheuren? Gebruik gelamineerd hout. Het scheurt nog steeds een beetje (hout is tenslotte een natuurlijk product) maar toch minder dan massief hout.
-
je wilt zo min mogelijk krimp? Gebruik gelamineerd. Krimpt ook wel, maar minder dan massief hout.
Massief hout
Massief hout heeft ook voordelen:
- geen zagen, geen lijmen, gewoon puur natuur. Massief hout heeft een meer natuurlijke en robuuste uitstraling.
- kosten. Massief hout is, althans op dit moment, goedkoper dan gelamineerd hout. Dat was vroeger anders, het is blijkbaar afhankelijk van… eigenlijk hebben we geen idee waarom het nu goedkoper is dan gelamineerd hout. We weten ook niet of het zo blijft.
Hoekverbindingen
Een hoekverbinding is waar twee logs in elkaar haken, in de hoek. Heel eenvoudig, maar er zijn verschillende technieken om twee logs in elkaar te koppelen:
-
de meest eenvoudige techniek is de 90-graden-hoek met doorstekende verstekken. Is makkelijk te maken op een ouderwetse freesbank, geen ingewikkelde machines voor nodig. De logs steken uit door de hoek heen, tot wel tien centimeter. Zeer sterke verbinding.
-
de zwaluwstaart. Die is aanmerkelijk ingewikkelder om te maken want hiervoor heb je bijvoorbeeld een vijf-assige Hundegger K2 nodig. Geen idee wat een Hundegger is? Kijk even naar dit filmpje.
Investering enkele honderduizenden euro’s. Het voordeel van de zwaluwstaart is dat er geen hout door de verbinding steekt, dus het scheelt ruimte in je huis.
-
handgemaakte verstekken, ook wel Noorse verstekken. Ze zijn namelijk zo duur dat alleen de Noren ze nog kunnen betalen. Handgemaakt dus het enige apparaat dat je nodig hebt is een kettingzaag, investering 300 euro, dat valt mee. Maar daarna heb je een zeer ervaren timmerman nodig die bovendien sterk en fit genoeg moet zijn om een uur lang met zo’n kettingzaag aan het werk te gaan. Vervolgens moet de man een half uurtje uithijgen, dit is echt zwaar werk.
Ronde en vierkante logs
Ronde logs (vrijwel altijd tevens massieve logs, en vaak ongedroogd) worden gebruikt in heel traditionele projecten. Nog steeds heel gebruikelijk in Siberië, sommige delen van de Oekraïne, de VS en Canada. In West-Europa zie je weinig ronde logs. Misschien hoog in de Alpen en Pyreneëen, maar niet in steden (behalve Almere).
Ronde logs zijn lastig om mee te werken. De wanden bouwen gaat nog relatief makkelijk, maar daarna wordt het moeilijker. Isolatie toevoegen, maar de wand is niet recht, hoe monteer je de isolatie? Tegelwerk in de keuken, toilet, badkamer? Gips? Hoe monteer je de wandcontactdozen en lichtschakelaars? Hoe schroef je de gootsteen tegen de wand?
Wij hebben besloten dat we ronde logs liever aan anderen overlaten. Vierkante en rechthoekige logs zijn een stuk eenvoudiger om mee te werken.
Verbindingen tussen de logs
Je kunt logs netjes stapelen, maar dan liggen ze nog steeds los op elkaar. Ze zijn niet licht, maar 11 Beaufort trekt de zaak toch mooi uit elkaar. Dus moeten de logs op elkaar vastgezet worden. Er zijn diverse systemen.
De meest traditionele methode is met deuvels. Een eenvoudige houten deuvel, drie bij drie centimeter dik, en die slaan we met een hamer muurvast in een rond gat dat te klein is.
Dat zit behoorlijk vast. Maar hoe vast is behoorlijk vast nu precies? Met één gemeente kregen we daar discussies over, hoe vast zit het nu, dat wilde de gemeente Almere wel eens weten.
We hadden een lange discussie met de gemeente Almere, maar er werd enkel gefronst naar onze deuvels gekeken. We vertelden dat het systeem al honderden jaren oud is en dat er complete kerken en sporthallen mee gebouwd werden. Er werd nog meer gefronst.
Nou vooruit, dan rekenen we het uit. We vroegen de Universiteit van Vilnius (speciale vakgroep houtbouw) om het precies voor ons door te rekenen, en de Universiteit kwam met een degelijk rapport waaruit bleek dat het systeem met deuvels makkelijk aan alle Nederlandse en Europese normen voldeed.
Nu werd werd er heel diep gefronst, en ook heel lang, en tenslotte werd ons verteld dat we die deuvels konden vergeten, we moesten staal gebruiken. Rapport ging in de la.
Dus staal is het volgende systeem. Lange stalen bouten die verticaal van onder naar boven door elke wand lopen en die boven en onder met moeren worden aangedraaid. Muurvast. We hebben dit systeem een paar keer gebruikt, het werkt, maar we zijn geen grote fans. Eén bezwaar is dat de logs de eerste 12 maanden krimpen en de moeren dus steeds verder aangedraaid moeten worden. Maar hoe kom je bij de moeren die ergens bovenop de wand in het dak verstopt zitten? Lastig. “Bedenk maar een oplossing” zei de gemeente.
Die hebben we inmiddels: schroeven. Wel tamelijk serieuze schroeven, zie foto, en dan 30 centimeter lang. Hiermee schroeven we de logs op elkaar, elke meter een schroef. Werkt prima.